maandag 19 april 2021

De tuin van God

Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is (Openbaring 2:7 NBG51)
Als de winter steeds meer terrein lijkt te verliezen en de dagen langer en warmer worden krijgen we steeds meer zin om naar buiten te gaan. De natuur wordt langzaam wakker en lokt ons met jong groen en kleurige bloemen. Steeds meer krijg ik zin om in de tuin te gaan werken maar de nachtvorst behoedt mij om al te voortvarend bezig te gaan. Pas half mei kan ik beginnen met zaaien en planten. Alhoewel, er zijn planten die wel tegen wat nachtvorst kunnen. knoflook, spits- en bloemkolen, rabarber staan al tussen de tulpen in de tuin te pronken. De andere  planten staan nog binnen te wachten op betere tijden. 
Een tuin, het is eigenlijk niets meer dan een stukje natuur waaraan zorg wordt besteed. Het wordt beschermd het door een hek of een muur, netten en gaas en je plant er naar eigen smaak bomen en planten in die je de juiste aandacht geeft. Sommige planten hebben veel zon en warmte nodig, andere planten houden meer van schaduw. Je geeft de planten voldoende water en voeding. En er ontstaat een klein paradijsje. 

Wist je dat het woord paradijs stamt uit het oud-Perzisch? Het betekent een ommuring of omheinde tuin. Een gedeelte dat afgezonderd is en beschermd wordt. 

Adam en Eva leefden binnen deze ommuurde bescherming van God. Maar zij kozen ervoor om uit de beschermende zorg van God te stappen, door zelf te willen bepalen wat goed en slecht was. Het was aanlokkelijk om zelf rechter en heer te worden over hun leven. Zo zonder God werd hun leven verwoest. De zonde kwam binnen en vertrapte al het goede. De ommuring was verdwenen en het kwade kreeg alle kans. 

Het lijkt een beetje op het lied van de wijngaard uit Jesaja 5. Die mooi aangelegde en verzorgde wijngaard wordt vertrapt doordat de muur wordt weggehaald. Tevergeefs had de tuinman op vruchten gewacht. 
De mens wil graag zelf de leiding over zijn leven houden en zonder God lopen ze in zeven sloten tegelijk. Wat is een mens nou eigenlijk, dat hij kan weten wat goed en slecht is? In eigen kracht blijft hij steeds tekortschieten. We hebben die liefdevolle bescherming en zorg zo nodig om werkelijk vruchtbaar te kunnen zijn. 
We raken uitgeput als we leven zonder God. In eigen kracht zijn we zo lek als een mandje. Maar wie God verwachten die putten nieuwe kracht uit de bron van het leven. We mogen kiezen om voor God te leven. In Gods tuin en op Zijn tijd mogen we vruchtdragen. Leven binnen Zijn beschermende muur en onze eigen muren afbreken, dat maakt het leven tot een paradijs. 

"En Ik zal haar wezen, spreekt de HEERE, een vurige muur rondom; en Ik zal tot heerlijkheid wezen in het midden van haar." (ZACHARIA 2:5 SV-RJ) 




Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...