zondag 29 juni 2014

Jezus volgen...

 
Het zal ons niet berouwen de smalle weg te gaan.
Hij riep ons, de Getrouwe, en Hij ging zelf vooraan.
Komt en vertrouwt op Hem die u is voorgetogen
en richt uw hart en ogen vast op Jeruzalem.

Maar reist gij op uw wijze, dan reist gij nog niet goed.
De rechte pelgrimsreize is tegen vlees en bloed.
Hoe zoudt gij zonder pijn uw oude mens verlaten?
Geen medicijn kan baten: er moet gestorven zijn.

Wie eens ten hemel schouwde, van de aarde losgekocht,
zijn hebben en zijn houden bezwaren slechts zijn tocht.
Niets dan het daag'lijks brood is voor een pelgrim nodig.
O draagt niets overbodig: gij draagt uzelve dood!

Uw ziel moet gij stofferen, maar niet uw aardse stee.
Als gij gaat pelgrimeren, wat neemt gij met u mee?
Gemak wordt u tot last. Een pelgrim moet zich voegen,
met alles vergenoegen, want hij is slechts te gast.
(Deel uit gezang 441)
 
 
 
 
In de vorige blog haalde ik een tekst uit Mattheüs 10 aan. Jezus die niet gekomen is om vrede te brengen maar het zwaard
 

Het wonderlijke is dat de preek van vanochtend over precies hetzelfde vers ging met een aanvulling uit Micha 7.

 
De dag van straf, door uw wachters aangekondigd, is gekomen, en het volk is in beroering! Geloof je naaste niet, vertrouw je vriend niet, let op je woorden, ook bij wie er in je armen ligt. De zoon veracht zijn vader, de dochter verzet zich tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder, en huisgenoten blijken vijanden. Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.     
 
Als we Jezus navolgen zullen we strijd gaan krijgen met de wereld.

Wij gaan als ingekeerden stil door een vreemd gebied,
verachten voor de wereld, die men niet hoort of ziet.
Maar geeft men op ons acht, dan hoort men hoe wij zingen
van onze grote dingen: wij weten wat ons wacht!
 
In de wereld zullen we geen vrede vinden. De engelen zongen het al. Vrede op aarde in de mensen van het welbehagen. Degenen die op aarde vrede zullen ervaren zijn mensen die bij Hem horen. Er staat niet dat er vrede op aarde zal komen. Maar ondanks dit zwaard, en deze verdrukking mogen wij Gods vrede ervaren omdat we Zijn kinderen zijn. Die belofte staat steeds maar weer in de bijbel. Daarom kunnen wij blijven zingen en blij zijn ondanks verdrukking. Hij is bij je al de dagen van je leven.
 
 
 
 Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.  Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.  En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.
 
Goede zondag
 

donderdag 26 juni 2014

De Heer is mijn Herder

Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; de vijanden van de mensen zijn hun eigen huisgenoten! (Mattëus 10:34)

 
 
Bovenstaande Bijbeltekst vind ik één van de meest heftige uitspraken van Jezus. Als we Jezus werkelijk willen volgen dan zullen we de vijandschap van de wereld gaan ervaren omdat we niet meer van de wereld zijn. De mensen die ons het meest lief zijn en zelfs onze geloofsgenoten kunnen onze vijanden worden als zij regels stellen boven Gods Liefde. Regels zijn goed als ze van binnenuit komen. Als je regels oplegt van buitenaf kan dit grote dilemma’s geven.

God bewandelt met elk van zijn kinderen een andere weg. Om Gods stem te volgen moet je soms regels van mensen overtreden. Hieraan moest ik denken toen ik de documentaire a secret life. Het verhaal van David en Miriam Lapp zag. Een Amish familie die op sommige gebieden van het geloof een andere visie hebben en daarmee excommunicatie riskeren.


Een mooie documentaire over het eenvoudige leven in de dichte nabijheid van God en de schepping. Het maakte me duidelijk dat we niet voor God kunnen leven uit angst of trots, religie of rituelen. Geloof moet komen uit een verlangend hart dat door Gods Geest is veranderd. Besef van zijn Liefde die ons hart in vuur en vlam zet. Dat kan je niet van buitenaf opleggen.

19 Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven, 20 opdat zij naar mijn inzettingen zullen wandelen en naarstig mijn verordeningen onderhouden; zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn. (Ezechiël 11)
 
 

In deze wereld zullen we tegenstand ervaren omdat de mensen onze weg met God niet begrijpen en veroordelen. Er staat een mooie belofte in Johannes 16 God wil ons ZIJN vrede geven. Hij roept ons op te vertrouwen met het besef dat Jezus de wereld heeft overwonnen.
 
 

woensdag 4 juni 2014

We hebben allemaal wat, we zijn allemaal raar...

Een christen die in de wereld onbetekenend is,
mag blij zijn omdat hij in Gods ogen groot is.
(Jakobus 1:9)
 
 
 
Nu er bij mijn zoon de diagnose PDD-NOS is vastgesteld gaat er een wereld voor me open. Des te meer ik me verdiep in wat dit inhoudt des te meer kom ik ook mezelf tegen. Ook ik ben niet snel van begrip en mijn gedachten krijg ik als beelddenker maar moeilijk onder woorden. Mijn stilzwijgen tijdens gespreken worden maar al te vaak uitgelegd als een wijselijk zwijgen in plaats van noodzakelijk zwijgen omdat ik alle info niet zo snel verwerken kan.
 
Op mijn werk kon ik als een computer allerlei loze feitjes onthouden maar grapjes begreep ik vaak niet. Mijn werkgever kon met zijn snijdende woorden iedereen neersabelen en ook ik was een heerlijk doelwit om als blondje in de hoek te worden gedreven. Wat overigens meer zei over hem dan over mij. Ik ben misschien niet snel van begrip maar ik ben zeker niet dom. Wel heb ik altijd moeten vechten om normaal te zijn. Ik heb altijd gedacht dat als ik wat ouder zou zijn de sociale contacten wat makkelijker zouden worden. Maar nu begrijp ik dat die tijd nooit zal komen.  
 
Een boek waar ik veel herkenning in vond is het boek van Henny Struik.

Meer info over het boek

Een klein voorbeeld ter verduidelijking:
Als ik een bekende tegenkom op straat voel ik me ongemakkelijk. Op welke afstand groet je, wat zeg je of zeg je niks. Steek je dan je hand op of niet.
 
Het is voor mij altijd verstandelijk nadenken hoe ik moet reageren en dat is zo vermoeiend. Het is of ik constant van buiten naar mezelf kijk en aan de andere kant heb ik ook niet het besef hoe mijn gedrag op de ander overkomt. Dit laatste is echt vervelend. Dan maak ik een opmerking of grap en besef niet dat de ander het niet leuk of raar vind. Vaak ben te traag in mijn reactie zodat ik die maar inhoud en niet geef of op een onhandige manier.
 
Gelukkig zijn er ook mensen die hier doorheen prikken en me niet veroordelen en afwijzen. Bij deze mensen kan ik met al mijn gekkigheid mezelf zijn. Zij durven te zeggen dat iets niet of wel leuk is. Ze weten dat ze me even de tijd moeten geven en er mogen lange stiltes vallen. Bij mensen die heel direct en eerlijk zijn daar voel ik me het meest bij thuis. In deze mensen kan ik me spiegelen en zien waar ik mee bezig ben.
Spiegelen aan de wereld maakt je ongelukkig, je zult nooit aan die hoge verwachtingen kunnen voldoen
 
Wat is het dan een troost om te beseffen dat je kostbaar bent, hooggeschat en dat God je liefheeft. Hij wil je redden van alles wat je kapot maakt omdat Hij van je houdt. Wij met al onze beperkingen we mogen er zijn. Want iedereen heeft wel een beperking. Nog een mooie tekst uit Filippenzen 4:  
Mijn God zal uit de overvloed van zijn majesteit elk tekort van u aanvullen,
door Christus Jezus.
 
Ik kan het niet begrijpen Heer, ik kan er echt niet bij. U ziet het kleine musje en U ziet ook mij.
 
Ook als je een beperking hebt in je leven mag je weten dat het een unieke gave is die jou bijzonder maakt helemaal geschikt voor de taak die God je geeft.
Want Hij zal alle dingen doen meewerken ten goede!
 
Kan je aanvaarden dat je aanvaard bent? En kan je jezelf aanvaarden en spiegelen in Gods ogen.
 


dinsdag 3 juni 2014



Danseres zonder benen van Clara Asscher-Pinkhof

"Zolang ik verbitterd was, gekwetst van binnen, dom en dwaas, was ik bij u als een redeloos dier. Maar nu weet ik mij altijd bij u, u houdt mij aan de hand en leidt mij volgens uw plan. Dan neemt u mij weg, met eer bekleed." (Psalm 73:21-24)


Danseres zonder benen is een biografie van Clara Asscher-Pinkhof (1896-1984)

Toen ik mijn moeder enthousiast vertelde over het boek dat ik aan het lezen was, vertelde ze me dat ze het boek kent. In het Joodse schooltje waar ze als vrijwilligster werkt heeft ze het boek in de vitrine zien liggen. Het boek is in 1966 voor het eerst uitgegeven. Geweldig dat dit boek opnieuw wordt uitgegeven want het is meer dan de moeite waard. Volgens mij heb ik nog van geen één boek gezegd dat je het gelezen moet hebben maar…deze keer zeg ik het wel.

Het boek begint in 1926, de dan 26 jarige Clara verliest haar geliefde Avraham. Tijdens haar laatste zwangerschap wordt haar man die opperrabbijn is in Groningen ernstig ziek en vier maanden na de geboorte van hun jongste dochter overlijdt hij. Clara blijft alleen achter met haar 6 kinderen. Waarvan de oudsten, een tweeling 6 jaar. Ze leeft van het uitgeven van boeken en het geven van lezingen. Ze onderwijst vol liefde de Joodse kinderen, waarvoor ze versjes en verhaaltjes schrijft. Net als haar eigen kinderen het nest beginnen te verlaten breekt de tweede wereldoorlog uit. Haar oudste dochter weet net voor de Duitse bezetting naar Palestina te vertrekken. Haar jongste kinderen duiken onder en Ze blijft alleen achter. Als lerares kan ze Lange tijd aan de deportatie’s en razzia’s ontkomen. Uiteindelijk komt ze toch in Westerbork terecht waar ontfermt over Mindeltje een jong meisje waarvan de ouders naar Palestina zijn gevlucht. In de kinderbarak kan ze weer lesgeven, vreugde en hoop geven maar waarvoor? Elke week rijden de veewagens de kinderen naar de dood. Uiteindelijk komt ze met Mindeltje in Bergen-Belsen waarvan ze dacht dat het een doorgangskamp naar Palestina was. Het bleek een grote leugen. Als door een wonder overleefd ze de oorlog doordat zij deel uitmaakt van een groep joden die word uitgewisseld tegen Duitse krijgsgevangenen. Zo komt ze samen met Mindeltje toch in Palestina. Als de oorlog is afgelopen begint hier de strijd in haar nieuwe thuis de nieuwe staat Israël.

Clara schrijft dat er zelf in het “rijk der doden” wonderen gebeuren. Zo is er die keer dat het Chanoeka feest in het kamp werd gevierd met kaarsen. Het feest werd direct verboden en dan gebeurt het wonder. De stroom valt uit en er moeten kaarsen aangestoken worden.

Midden tussen het prikkeldraad kan de vrijheid bloeien. Clara kan het leven naar beste weten voortzetten, ze kan blijven dansen ondanks dat alle zekerheden wegvallen. Danseres zonder benen, een boek dat je gelezen moet hebben.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...