dinsdag 20 februari 2024

Ooggetuigen van je verleden

"Alles heeft Hij voortreffelijk gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens van het werk dat God doet, van het begin tot het einde, iets kan ontdekken." (Prediker 3:11)

Deze blog is naar aanleiding van bovenstaand artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van augustus 1990. Hierdoor kwam ik op  het spoor van het boek waaraan mijn opa (toen 82 jaar) ook aan had bijgedragen. Mijn moeder was met haar vader nog speciaal naar de schrijfster gegaan om een gesigneerd exemplaar op te halen. Helaas leende mijn opa het boek vlak daarna uit en kreeg het nooit meer terug. Nu heb ik eindelijk dat boek gevonden en gekocht. Dit is de foto die mijn opa instuurde. Het huis op de werf van Botje, Ensing & Co. 

Onder de foto staat: "Dienstwoning van de bedrijfsleider van de machinefabriek.  Deze woning stond aan het Hoendiep en er waren twee voordeuren. Rechts was de deur van het kantoor van de directeur en links de deur van het woonhuis van de bedrijfsleider. Vanaf 1908 woonde hier de familie De Wit en vanaf 1941 tot de afbraak in 1964 de familie Boon."

Het toeval wil dat de kleindochter van familie de Wit (mijn moeder) nu tegenover de zoon van familie Boon woont en regelmatig contact hebben. Hij kan haar alles vertellen over dit huis waar ook hij is opgegroeid. Hij kende zelfs haar vader. Wat fijn nog iemand te hebben die ooggetuige is geweest van je eigen geschiedenis.
 
Voor mij een reden om eens wat verder op onderzoek te gaan.

In 1908 trokken Jan de Wit (1871) en zijn vrouw Jantje Bousema (1870) die beiden 13 jaar getrouwd waren met hun vier dochters (Annechien 13 jaar,  Aaltje 10 jaar, Aagt 8 jaar en Lunsina Henderika 1 jaar) in de woning aan het Hoendiep. Die Kerst in 1908 kwam mijn opa Hendrik ter wereld. Een geschenk na alle ellende die ze in de jaren daarvoor hadden meegemaakt. 

Na de derde dochter Aagt waren er namelijk nog 4 kinderen geboren maar dezen zijn allemaal gestorven. In 1901 was hun pasgeboren zoontje Cornelis Ugo (10 maand oud) gestorven en in 1906 had de griep? de 3 jongste dochtertjes (Lunsina 3 jaar, Hendrika Afien 2 jaar, Jantje Frederika 9 maand) geveld. De foto hieronder moet dus in 1906 gemaakt zijn. Die winter overlijden de jongste 3 dochters. (14 november, 6 december en 12 december) Dit gebeurt allemaal nadat ze net verhuisd zijn van Uithuizen naar Groningen en aan het Hoendiep ZZ 26 komen wonen.

Jan de Wit was de zoon van een scheepstimmerman uit Wildervank. Was dat misschien de reden dat mijn overgrootvader is gaan werken bij Botje, Ensing & Co, een scheepswerf. Uit stukken, die ik lees, ontdek ik dat hij na machine-bankwerker te zijn geweest, bedrijfsleider (werkmeester) werd. Het gezin komt dan ook wonen op de scheepswerf en hier groeit mijn opa op. In 1912 wordt zijn kleine broertje Cornelis geboren. In 1914 breekt de eerste wereldoorlog uit. Toch blijven de zaken goed gaan. In 1918 is er een staking en lees ik dat alle 70 werklieden worden gedwongen te staken. Een groot bedrijf dus. 

En dan is het november 1918 het einde van de eerste wereldoorlog maar de Spaanse griep gaat rond. Op 22 november overlijdt moeder Jantje Bousema aan de gevolgen van de Spaanse griep. De oudste dochters nemen de zorg voor de jongste kinderen op zich. Mijn opa is dan 10 en Cornelis is 4 jaar oud. Jantje is 48 jaar geworden. De rest van het gezin overleeft de Spaanse griep.

Mijn overgrootvader (50) hertrouwt in 1922 met Anje Bouwman (32) uit Delfzijl die hij als huishoudster in dienst had genomen. Dit wordt hem door de oudste dochters niet in dank afgenomen die zelf ook al richting de 30 lopen. In 1941 gaat Jan de Wit met pensioen en in september 1945 overlijdt hij op 74-jarige leeftijd in Assen. Hij woonde nog wel in Groningen met zijn vrouw. Dus waarschijnlijk is hij in het ziekenhuis overleden.

Mijn opa Hendrik kon goed leren en gaat naar de HBS. Hij wordt boekhouder bij Botje, Ensing & Co. In de jaren voor de oorlog krijgt hij tuberculose en verblijft een tijdje in een sanatorium waar hij gelukkig geneest. Ook krijgt hij Malaria. Iets wat dan nog in Nederland voorkomt. In de oorlog trouwt hij op 33-jarige leeftijd  (15 oktober 1942) met Diena Poelstra (1916) en krijgt twee kinderen. Jan (1942) en Hendrika Elizabeth (1946), mijn moeder. Nadat mijn opa als boekhouder bij Botje, Ensing & Co heeft gewerkt gaat hij tot zijn pensioen als boekhouder bij Greving en Greving werken. In 1997 overlijdt hij in Maartenshof uiteindelijk toch nog aan de griep. 
Ik herinner mijn opa als een optimistische, rechtvaardige man vol humor, zonder ooit grof te zijn. Hij was ontzettend ad rem en kon met iedereen opschieten. Hij was gek op mijn oma en ik was altijd met plezier aan het logeren. Samen wandelen door het stadspark en de stad. Fijne herinneringen.

Nog wat ontdekkingen:

Jantje Bousema, de moeder van mijn opa
Jantje Bousema (1870) was dochter van de molenaar Kornelis Bousema. Jantje was 5 jaar toen haar vader op 32-jarige leeftijd  overleed. Ze kwam uit Lettelbert. Daar had haar vader in 1873 een korenmolen/pelmolen overgenomen van bakker Simme Huizingh, de stiefvader van zijn vrouw Aaltje Ellerij. Twee jaar nadat Kornelis de molen had gekocht overlijdt hij. Waar Kornelis die zaterdagochtend op 17 juni aan overleed is niet bekend, wel zien we dat weduwe Aaltje Ellerij, de moeder van Jantje en oma van mijn opa, de molen een jaar later laat afbreken. De molen is nog niet eens 15 jaar oud. Dit doet mij vermoeden dat haar vader door een ongeluk in de molen is overleden. De weduwe blijft achter met 4 jonge kinderen. Zij hertrouwt met Uge Stuut en krijgt nog 4 kinderen en verhuist naar Peize waar ze op 79-jarige leeftijd in 1922 overlijdt.



Vragen die blijven en waar geen ooggetuigen meer van zijn:

-Aan welke ziekte stierven de drie zusjes in 1906?
-In welke fabriek in Uithuizen werkte mijn overgrootvader rond 1900?
-Waarom gaat mijn overgrootvader bij Botje, Ensing & Co werken?
-Waaraan is Kornelis Bousema overleden?
-Waarom breekt de weduwe Aaltje Ellerij de molen af? Was de molen onherstelbaar beschadigd?
-Heeft mijn opa zijn oma Aaltje Ellerij nog gekend? Hij was 12 toen ze overleed.
-Kende mijn opa het verhaal van de molen?
-Zijn er nog foto's van de molen?
etc.















 

maandag 5 februari 2024

Mijn hart luchten

 


Er moet me iets van het hart. 

Mijn man werkt al 42 jaar bij hetzelfde bedrijf (Solides Hoogkerk). Al 42 jaar verricht hij zwaar lichamelijk werk in de kartonindustrie waar hij in ploegendienst werkt. 

Hij is nu 65 jaar en het werk valt hem steeds zwaarder. Vooral de nachtdiensten breken hem op. De 30 kilometer die hij na de nachtdienst terug moet rijden is al een paar keer bijna mis gegaan. 

Nu blijkt er geen regeling te zijn voor de oudere werknemer en is hij verplicht tot zijn 67ste door te werken. Nu gaat de vestiging waar mijn man werkt sluiten en moet hij 75 kilometer naar een andere vestiging rijden. Dit is dubbel zwaar. Niet alleen wat betreft de afstand maar ook de rust die hij voor zijn werk zo nodig heeft. 

Hij moet nu in plaats van 4:30 om 3:30 opstaan voor een ochtensdienst. Er wordt totaal niet gekeken naar het welzijn van de werknemer. Lichamelijk krijgt mijn man steeds meer klachten.


Was er vroeger nog aandacht, compassie en respect voor de werknemer, nu is dat ver te zoeken. Vroeger was er veel meer oog voor het welzijn van de werknemer en zijn gezin. Zelfs de gepensioneerde werknemer kreeg nog aandacht. Voorbeelden zijn de tal van sociale activiteiten die door de fabriek werden georganiseerd. Waaronder klaverjasmiddagen, sinterklaasvieringen en uitstapjes etc, etc. De winst van de fabriek zat niet alleen in het zoveel mogelijk geld vergaren maar ook in zoveel mogelijk gezinnen van onderhoud te voorzien. Een blije werknemer is een produktieve werknemer die zich betrokken voelt en wil dat de fabriek goed blijft draaien. Er was een echt ons-gevoel.

Nu is de fabriek al een paar keer overgenomen door een groot buitenlands concern. Er zijn mensen aan de leiding die geen contact meer hebben met de werkvloer. Ploegen werden door elkaar gehusseld. Waardoor mensen van elkaar vervreemden. Ook moest je met minder mensen meer werk gaan verzetten. Geen tijd meer om te schaften als de machine niet goed liep en de machine liep steeds slechter doordat er geen onderhoud meer werd gepleegd. "Minimale investeringen maximaal rendement". Niet alleen de machine is aan het einde van zijn latijn. Het ziekteverzuim is enorm gestegen. En nu is het zover. De fabriek die in 1913 is gebouwd wordt nu na 120 jaar afgebroken. De projectontwikkelaars van de gemeente lopen al likkebaardend rond.

Hoogkerk is de locatie die het beste draait en waar producten worden gemaakt die de andere locaties niet kunnen produceren. Maar de grond in Pekel, Nieuweschans en Coevorden kan je natuurlijk niet zo duur verkopen. Er worden miljoenen verdiend met de verkoop van de grond en de machines maar voor de werknemer kan er niets worden geregeld. Wat is winst en hoe mag het bedrijf daar over de ruggen van de werknemers mee omgaan? De werknemers delen niet in de winst maar zijn onderdeel van de winst geworden.

Mijn man en de andere werknemers zijn niet meer zijn dan een radertje in de grote geldmachine. Breekt het radertje af dan wordt die zo goedkoop mogelijk vervangen.

Heel veel invloed heb je als werknemer niet. Ja, CAO onderhandelingen door de vakbonden maar die lopen ook vast. Het concern probeert door zo min mogelijk input het meeste output te genereren en de werknemer is hiervan de dupe. Het concern is te groot om goede COA onderhandelingen te kunnen voeren. Pressiemiddelen als staken werken niet want dan sluiten ze de boel gewoon en wordt het werk overgehevelt naar andere goedkopere vestigingen. 

Eigenlijk zou er van hogerhand een soort minimum CAO moeten komen voor grote buitenlandse concerns waarin belangrijke sociale regelingen gewaarborgd blijven. 

Ondanks alles blijven we maar vertrouwen. Wij doen gewoon ons best. Meer kunnen we niet doen. 




Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...