zondag 28 juli 2013

Verdien jij de hemel?

 “Heb je een goed leven geleid, denk je dat je in de hemel komt en zal Petrus je binnenlaten”.

 
 
 
 
Gister tijdens een radio uitzending werd dit gevraagd aan een of andere cabaretier. Wat weten mensen toch weinig van het evangelie.
 
Is de kerk dan zo onduidelijk geweest? Ik denk het wel. Preken over goede werken hebben het evangelie verdrongen. Ook de Rooms Katholieke kerk heeft rare ideeën de wereld ingestuurd en doet dat nog steeds. Tijdens onze vakantie in België werden we overspoelt met heiligenbeelden langs de weg en op het nieuws hoorden we dat de Paus aflaten geeft aan mensen die hem volgen via twitter of facebook. WAT??? Ik dacht dat aflaten uit de tijd van Luther stamde maar aflaten bestaan dus nog steeds.

 
 
 

In de bijbel staat dat je door een goed leven te leiden niet in de hemel komt. Het geeft de tegenovergestelde boodschap. In de bijbel staat juist dat alle mensen nooit goed genoeg zullen zijn om ooit in de hemel te komen. 

(Romeinen 3:23: “Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd uit genade, door de verlossing in Christus Jezus”)

Welke goede werken je ook doet en hoe puur je ook bent. Je kan de hemel nooit verdienen…

De boodschap van de bijbel is dat er een onoverbrugbare kloof is tussen God en mensen. God is Liefde maar ook rechtvaardig en Heilig. Hij kan fouten niet door de vingers zien. MAAR God heeft een brug gemaakt door zijn Zoon. Jezus stierf in onze plaats. Hij heeft de straf gedragen en wij ontvangen een nieuw leven uit geloof. We worden niet meer veroordeelt door de wet

 Romeinen 8 1. Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld. De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van de wet van de zonde en de dood. Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door de menselijke natuur, dat heeft God tot stand gebracht. Vanwege de zonde heeft hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan gestuurd; zo heeft hij in dit bestaan met de zonde afgerekend, opdat in ons wordt volbracht wat de wet van ons eist. Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest

Niet wij zijn het die opklimmen naar het ‘goddelijke’maar God zelf kwam naar ons toe. Wij kunnen onszelf niet op de borst slaan dat we door onze goede werken de hemel verdienen. God verdient alle eer. We hoeven dit alleen maar in dankbaarheid te aanvaarden en te geloven en dan zal door God Geest ons leven veranderen. Goede werken en goed leven vloeien dan voort uit het nieuwe leven. Goede werken uit dankbaarheid!! Aanvaard jij dat je aanvaard bent. Jezus zegt: Kom tot mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.

 
 
 
Gezegende zondag,
 
 

woensdag 3 juli 2013

PDD-NOS en fietsen

Ik vond dit artikeltje en vond het zo verhelderend dat ik het hier ook maar neerzet.
Teksten: Rutger jan van der Gaag en Arga Paternotte








ADHD en PDD
Als we sociaal gedrag nu eens vergelijken met fietsen…
Een kind met ADHD heeft, bij wijze van spreken, een fiets met een wiebelig stuur. Dat kind zet je wat langer dan andere kinderen bij jezelf achterop in het fietsstoeltje. Hij is immers een ramp voor zijn mede-weggebruikers. Later laat je hem naast je fietsen. Je staat doodsangsten uit en raakt uitgeput van dat gewiebel naast je. Je stuurt dikwijls bij, je raakt wel eens in de knoop, maar je komt wel vooruit. Als hij uiteindelijk voelt hoe los zijn stuur zit, dan kan hij z’n best gaan doen om de rechte weg te volgen. Eerst zal hij nog wel moeten fietsen met steun wieltjes (gedragstherapie en medicatie), maar het zal hem steeds beter lukken z’n stuur in de hand te houden. Hij zal wel gebaat zijn bij paaltjes langs de weg die hem helpen herinneren: ‘Oh, ja, ik zit te dicht bij de kant. Hup, weer even naar het midden’. Daarbij is het fijn als de mede-weggebruikers niet steeds roepen: ‘Kijk toch uit, sufferd, hou je stuur recht’. Het is prettig als ze hem bijvoorbeeld even op z’n stuur wijzen, of op de paal tjes langs de weg. Dan komt hij er wel. (Tenminste – als er niet méér aan de fiets mankeert.)
Een kind met PDD heeft een ander probleem. Hem hebben we ook lang bij ons zelf achterop gehad, omdat hij vaak zo bang was op de weg. Wordt hij voor het eerst op z’n eigen fiets gezet, dan weet hij niet wat hij doen moet. Het zweet breekt hem uit: ‘Wat willen ze van me? Wat moet ik met dit ding?’
Hem zullen we moeten vertellen:’Je pakt het stuur, zet je voet op de trapper, gaat op het zadel zitten, zet je voet op de andere trapper en beweegt om de beurt de trappers naar benedenl Met heel veel geduld en uitleg zul je hem uiteindelijk wel op de fiets krijgen. Maar het zal meer en meer blijken dat het voor hem erg moei lijk is. Het is ook de vraag of het ooit automatisch zal gaan.
Bij elke nieuwe weg zal hij erg onzeker zijn. We zullen hem moeten leren steeds op de borden te letten. Soms lijkt het of ook hij zo’n wiebelig stuur heeft, net als het kind met ADHD. Maar bij hem heeft dat wiebelen toch een andere oorzaak: op elke nieuwe weg vergeet hij weer hoe hij moet fietsen, en dan gaat hij ongemerkt slingeren. Maar op een bekende weg die hij graag fietst, heeft hij geen problemen met z’n stuur. Het kan dus best zo zijn dat hij leert fietsen. Maar op nieuwe wegen zal er in veel gevallen iemand naast hem moeten gaan. Of hij zal mee moeten op de tandem. Later kan hij dan misschien voor op de tandem plaatsnemen, waarbij de persoon achterop blijft meedenken (hulp-ik) en af en toe aan de rem trekt.


http://home.concepts.nl/~watersch/ortho/adhdtxt.html.

maandag 1 juli 2013

Trek je wapenrusting aan!

 
Hoe ga je ermee om? Als zondag een gastdominee komt preken en de bijbel probeert uit te leggen binnen de lijntjes de huidige wetenschappelijke kennis. Om zo een 'vertaalslag' te kunnen maken van 'die oude geschiedenis en het magische wereldbeeld van toen'. Zo hadden we al eens een dominee die het wonder van de wonderbare spijziging in twijfel trok door te beweren dat er genoeg was doordat iedereen met elkaar ging delen. Heb je dan niet een veel te klein beeld van God? Moet God binnen onze wetenschappelijke lijntjes passen om geloofwaardig te zijn?

Het thema was: Wie ben jezelf?  en ging over de bezetenen man uit het gebied van de Gerazenen.:
De dominee zei letterlijk:
 
Wie in demonen gelooft omdat het in de Bijbel staat gaat voorbij aan de menselijke ontstaansgeschiedenis van de Schrift. Als we Jezus als mens in en van zijn tijd alleen maar boventijdelijke en alwetende eigenschappen toedicht, doet ook geen recht aan de God van de Bijbel en van  Jezus die zich bij voorkeur via menselijke weg aan ons bekent maakt. Magische wereldbeeld van toen goede geesten en kwade demonen gaven de mensen van toen een verklaring.
 
Die oude Bijbel past niet zo goed ons onze ontwikkelde maatschappij
 
 
Deze man had als je rekening houdt met huidige wetenschap waarschijnlijk een meervoudig persoonlijkheid stoornis door een opeenstapeling van problemen en we weten nu weten dat ons lichaam is een uiterst gecompliceerde chemische fabriek waarbij een pilletje kan wonderen doen.
 
Ik vind het jammer dat de dominee het verhaal geloofwaardiger wilde maken door het aan de wetenschap van onze tijd aan te passen. Ik weet dat demonen bestaan en dat niet alleen omdat de Bijbel erover spreekt (lees maar mijn getuigenis). Er bestaat een geestelijke wereld. We worden zelfs gewaarschuwd dat we niet te vechten hebben tegen vlees en bloed maar tegen de overheden en machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
 
Je moet de Bijbel niet aanpassen aan de wereldgeest. God is gisteren en heden dezelfde tot in Eeuwigheid.  
 
 

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...