Ben weer begonnen met het lezen van de bijbel. Ik lees de bijbel al bijna elke dag maar ik ben nu bezig om de bijbel weer eens van voor naar achter te lezen via het leesplan van
Robert Roberts. Al een tijdje wordt ik bepaald bij een tekst uit Micha.
6:6
‘Wat kan ik de HEER aanbieden,
waarmee hulde brengen aan de verheven God?
Moet ik hem tegemoet treden met brandoffers,
zou hij eenjarige stieren aanvaarden?
7 Kan ik hem gunstig stemmen met duizenden rammen,
met olie, stromend in tienduizend beken?
Moet ik mijn oudste kind geven voor wat ik heb misdaan,
de vrucht van mijn schoot voor mijn zondig leven?’
In genesis las ik over Jozef (beeld van Jezus). Zijn broers maken zich zorgen over de wraak van Jozef. Ze beseffen niet dat Jozef hen echt liefheeft. En bieden zich aan als slaven.
Daarna gingen zijn broers zelf naar hem toe. Ze vielen voor hem op hun knieën en zeiden: ‘We zijn bereid je slaaf te worden.’ Bij het horen van die woorden kon Jozef zijn tranen niet bedwingen19 Jozef zei: ‘Wees maar niet bang. Ik kan toch Gods plaats niet innemen? 20 Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft. 21 Wees dus niet bang. Ik zal zelf voor jullie en jullie kinderen zorgen.’ Zo troostte hij hen en stelde hij hen gerust.
Het 'toeval' wilde dat ik met de kinderen het verhaal van de verloren zoon las. De jongste zoon keert naar huis terug met het voornemen zich aan te bieden als slaaf. De zoon beseft niet hoeveel de vader van hem houdt.
God wil niet dat we komen als slaven om met allerlei offers, goede werken om zijn liefde te verdienen. Hij wil dat we komen als zonen die leven uit en naar zijn liefdevolle genade. Die beseffen dat ze leven voor Hem uit geloof dat God goed is. Geliefde zonen en dochters die aan Hem hun leven toevertrouwen en rekening houden in alles wat ze doen. Daarom heeft God ook het gezin bedacht. Waarin we als het goed is Zijn liefde mogen leren kennen. Volmaakte liefde drijft de vrees uit. Kom tot die Vader. Geloof en aanvaard dat je aanvaard bent. Ik hoef niet eerst mijn eerstgeboren zoon te offeren. God zelf deed het wel. Voor mij. Wat een genade.
8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en nederig de weg te gaan van je God.