dinsdag 26 maart 2019

18. Mozes, de tabernakel

Na het ontvangen van de wetten en de regels nodigt God Mozes uit om op de top van de berg te komen. "Klim op tot mij."(Exodus 24) De heerlijkheid van God rust op de berg. Zes dagen was bedekte een wolk de berg en op de zevende dag begint God tot Mozes te spreken. Op de top van de berg krijgt Mozes de opdracht voor het bouwen van de tabernakel. Een kopie van de ware ​heilige​ ​tent​ in de hemel. Het laat ons zien hoe we tot God kunnen naderen. Het is Gods grote verlangen om in het midden van Zijn volk te wonen.

Wat een wonder dat God, de Eeuwige, Almachtige en bovenal Heilige God onder ons wil 'tabernakelen.' Eigenlijk kan de Heilige God helemaal niet onder mensen wonen. We zouden zijn aanwezigheid niet eens overleven. Maar hij liet de mens niet sterven, Hij stierf zelf. God gaf zijn eigen Zoon en liet Hem sterven. Hij maakte het contact met Hemzelf mogelijk. Door te sterven voor onze zonden en ons Zijn rechtvaardigheid en heiligheid te geven. Daardoor werd het mogelijk dat God bij ons kan wonen.

Als we naar de tabernakel kijken dan zien we eerst een ruim twee meter hoge omheining gemaakt van witte doeken, die staan voor heiligheid. Als we eromheen lopen zien we een ingang. We kunnen naar binnen lopen. Daar staat een tent en voor die tent een groot brandoffer altaar.

Het brandoffersaltaar staat voor het offer van Jezus aan het kruis. Met Christus zijn ook wij gestorven aan ons oude leven. Maar we zijn ook met Christus opgestaan en mogen ons oude leven afleggen en ontvangen de natuur van Christus.

"Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; in ​brandoffers​ en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de ​boekrol​ staat van Mij geschreven – om uw wil, o God, te doen."

Na het brandoffersaltaar zie je een wasvat waar de priesters hun handen en voeten moesten wassen. Bij het wasvat moet het allerdaagse leven in overeenstemming worden gebracht met het nieuwe leven dat bij het brandoffer altaar is toegezegd. Het wasvat is gemaakt van koperen spiegels. Je ziet jezelf, je zonden maar ook dat je steeds meer gevormd wordt naar het beeld van Christus Jezus. Het wasvat is het waterbad met het Woord. Het Woord reinigt ons van binnen.

"En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is."

Dan mogen we de donkere tent betreden. Het heilige, van binnen helemaal van goud. Het voorhof waar we net waren ging alles om wat Christus voor ons heeft gedaan. In het heilige gaat het om de Heilige Geest die werkt in ons werkt. 

Het is niet donker in de tent maar er straalt licht van de zevenarmige kandelaar, die door alle gouden wanden weerspiegelt wordt. De kandelaar staat voor Christus en Zijn gemeente die één zijn door de Geest. Ook staat er een tafel met twaalf toonbroden gemaakt van het manna. We voeden ons met Christus. Het levende brood. Dan staat er nog een reukofferaltaar, dat staat voor onze aanbidding en herinnerd ons voortdurend aan Zijn geliefde Zoon. Het maakt ons klein en Hem groot.

"Want uit Hem (kandelaar) en door Hem (tafel met toonbroden) en tot Hem (reukofferaltaar) zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! ​Amen." (Romeinen 11:36)

Dan komen we bij het voorhangsel, de toegang tot het heilige der heiligen, de woonplaats van God. Er staan Cherubs op afgebeeld. Het doet ons denken aan die eerste Cherubs in Genesis 3 die de toegang tot de boom des levens moest bewaken met een flikkerend zwaard. Hoe kunnen wij ooit deze plaats betreden. Alleen de Hogepriester mocht één maal per jaar dit gedeelte van de tent bezoeken. Bij de kruisiging van Jezus lezen we dat het voorhangsel in de tempel van boven naar beneden in tweeën scheurde. De toegang tot God werd mogelijk.

"Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het ​heiligdom​ door het bloed van ​Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees."

Jezus stierf niet alleen voor onze zonden, hij heeft ook zijn erfenis, dat is Zijn Heiligheid, Rechtvaardigheid en Toewijding gegeven. Wij zijn volmaakt in Christus. We hebben intieme omgang met God niet op basis van  onze eigen verdiensten waarin we altijd te kort zullen schieten maar op grond van wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan! Ik ben de weg de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door mij!!!

In het heilige der heiligen staat de ark van het verbond. Hierin ligt God volmaakte wet van liefde, waar nooit aan kunnen voldoen. Bovenop de ark is het verzoendeksel en dat is Christus. 

"Thans is echter buiten de wet om ​gerechtigheid​ Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, en wel ​gerechtigheid​ Gods door het geloof in [Jezus] ​Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn ​genade, door de verlossing in ​Christus​ ​Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel(in de grondtekst staat verzoendeksel) door het geloof, in zijn bloed, om zijn ​rechtvaardigheid​ te tonen, daar Hij de ​zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden – om zijn ​rechtvaardigheid​ te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf ​rechtvaardig​ is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in ​Jezus​ is." (Romeinen 3:21)

Alles wijst weer naar het volbrachte werk van Christus. Er valt nog zoveel meer over te vertellen. Een heel leuk boekje hierover is 'De Tabernakel' van Henk Binnendijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...