Wat een wonder dat God, de Eeuwige, Almachtige en bovenal Heilige God onder ons wil 'tabernakelen.' Eigenlijk kan de Heilige God helemaal niet onder mensen wonen. We zouden zijn aanwezigheid niet eens overleven. Maar hij liet de mens niet sterven, Hij stierf zelf. God gaf zijn eigen Zoon en liet Hem sterven. Hij maakte het contact met Hemzelf mogelijk. Door te sterven voor onze zonden en ons Zijn rechtvaardigheid en heiligheid te geven. Daardoor werd het mogelijk dat God bij ons kan wonen.
Als we naar de tabernakel kijken dan zien we eerst een ruim twee meter hoge omheining gemaakt van witte doeken, die staan voor heiligheid. Als we eromheen lopen zien we een ingang. We kunnen naar binnen lopen. Daar staat een tent en voor die tent een groot brandoffer altaar.
Het brandoffersaltaar staat voor het offer van Jezus aan het kruis. Met Christus zijn ook wij gestorven aan ons oude leven. Maar we zijn ook met Christus opgestaan en mogen ons oude leven afleggen en ontvangen de natuur van Christus.
"Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de boekrol staat van Mij geschreven – om uw wil, o God, te doen."
"En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is."
Dan mogen we de donkere tent betreden. Het heilige, van binnen helemaal van goud. Het voorhof waar we net waren ging alles om wat Christus voor ons heeft gedaan. In het heilige gaat het om de Heilige Geest die werkt in ons werkt.
Het is niet donker in de tent maar er straalt licht van de zevenarmige kandelaar, die door alle gouden wanden weerspiegelt wordt. De kandelaar staat voor Christus en Zijn gemeente die één zijn door de Geest. Ook staat er een tafel met twaalf toonbroden gemaakt van het manna. We voeden ons met Christus. Het levende brood. Dan staat er nog een reukofferaltaar, dat staat voor onze aanbidding en herinnerd ons voortdurend aan Zijn geliefde Zoon. Het maakt ons klein en Hem groot.
"Want uit Hem (kandelaar) en door Hem (tafel met toonbroden) en tot Hem (reukofferaltaar) zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen." (Romeinen 11:36)
Dan komen we bij het voorhangsel, de toegang tot het heilige der heiligen, de woonplaats van God. Er staan Cherubs op afgebeeld. Het doet ons denken aan die eerste Cherubs in Genesis 3 die de toegang tot de boom des levens moest bewaken met een flikkerend zwaard. Hoe kunnen wij ooit deze plaats betreden. Alleen de Hogepriester mocht één maal per jaar dit gedeelte van de tent bezoeken. Bij de kruisiging van Jezus lezen we dat het voorhangsel in de tempel van boven naar beneden in tweeën scheurde. De toegang tot God werd mogelijk.
"Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees."
Jezus stierf niet alleen voor onze zonden, hij heeft ook zijn erfenis, dat is Zijn Heiligheid, Rechtvaardigheid en Toewijding gegeven. Wij zijn volmaakt in Christus. We hebben intieme omgang met God niet op basis van onze eigen verdiensten waarin we altijd te kort zullen schieten maar op grond van wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan! Ik ben de weg de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door mij!!!
In het heilige der heiligen staat de ark van het verbond. Hierin ligt God volmaakte wet van liefde, waar nooit aan kunnen voldoen. Bovenop de ark is het verzoendeksel en dat is Christus.
"Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel(in de grondtekst staat verzoendeksel) door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden – om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is." (Romeinen 3:21)
Alles wijst weer naar het volbrachte werk van Christus. Er valt nog zoveel meer over te vertellen. Een heel leuk boekje hierover is 'De Tabernakel' van Henk Binnendijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten