"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde. En de slaaf blijft niet eeuwig in het huis, de zoon blijft er eeuwig. Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn." (johannes 8:34)
Omdat Saraï kinderloos blijft neemt ze het heft in eigen hand en met pijn in haar hart stelt ze voor dat Abraham via Hagar, haar Egyptische slavin, nageslacht moet verwekken. God had immers gezegd dat Abram veel nageslacht zou krijgen. Ismaël wordt geboren. Maar 13 jaar later spreekt God weer tot Abraham. Hij vertelt hem dat hij door zijn vrouw Sara veel nakomelingen zal krijgen. Zijn zoon moet hij Izaäk (Gelach) noemen en via hem zal God met Zijn plan verder gaan. Als er een feest voor Izaäk wordt gegeven ziet Sara dat Ismaël op een verachtelijke manier naar Izaäk kijkt. Ze eist dat Abrahams oudste zoon en zijn moeder wegstuurd. Abraham gaat bij God te rade.God zegt tegen moet doen wat Sara heeft gezegd, en de slavin en zijn zoon Ismaël moet wegsturen, want door zal de verdere familielijn van Abraham doorgaan.
Het verhaal van Hagar en Sara heeft een diepere betekenis. en dat lezen we in Galaten 4, daar staat dat de slavin Hagar het oude verbond is waarbij de Israëlieten op de berg Sinai de wet kreeg. Die wet beheerst je leven alsof je een slaaf bent, net zoals Hagar en haar zoon.
De betekenis van de vrije vrouw Sara laat de nieuwe manier zien waarop God met de mensen omgaat. Hij schrijft de wet van de vrijheid in ons hart, Zijn heilige Geest komt in ons binnenste wonen en wij worden kinderen van God.
Jezus, de beloofde Zoon, heeft ons verlost door voor de zonde te sterven en ons Zijn rechtvaardigheid te schenken. Van slaaf naar zoon, kinderen van God. En net als Sara zijn wij geen slaven. Wij zijn werkelijk vrij! Vrij van de zonde maar ook door Gods volmaakte liefde vrij van angst en schaamte.
Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid. (2 Tim 1:7)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten